Hoe lang vis je al, Patrick?
“Al van mijn twaalfde, zo’n 55 jaar dus. Ik leerde van mijn vader vissen in de Grote Geule, een overstromingsgebied in Sint-Gillis-Waas. In Sint-Niklaas had je in de jaren ’70 een klein hengelsportzaakje in de Nieuwstraat. Daar ging ik als kleine jongen wekelijks naartoe. Een paar jaar later werd ik lid bij de vissersclub van recreatiedomein De Ster en daar ben ik ook gebleven. De Ster heeft mij altijd nauw aan het hart gelegen. Ik ben in het bestuur gestapt en was ook nog een tijdlang voorzitter van de vissersclub.”
Wat vind je zo plezant aan vissen?
“Het sociale, onder elkaar zijn met kameraden. We zijn bezig met iets wat we graag doen en proberen steeds meer vis te vangen dan de ander. Kunnen winnen van de anderen, daar doe je het een beetje voor. Er komen ook altijd mensen kijken, die vragen of ik al iets heb gevangen. Dat vind ik echt heel fijn. Ze mogen altijd komen kijken!”
Hoe vaak ga je vissen?
“Nu het visseizoen weer begonnen is, vis ik zeker twee à drie keer per week. Ik geniet er het meeste van om samen met mijn vrienden te gaan hengelen. Soms trek ik in mijn eentje naar wedstrijden, maar ook daar kom ik meestal snel mensen tegen die ik ken. Op mijn zeventiende deed ik mee aan mijn eerste wedstrijd, in De Ster. Sindsdien ben ik er niet meer mee gestopt. Wedstrijdvissen is niet te vergelijken met recreatievissen. Alles is veel spannender op wedstrijdniveau, maar tegelijk maken we ook veel plezier met de kameraden.”
Wat waren je meest memorabele momenten?
“Een wedstrijd winnen, dat vergeet je nooit meer. Ik was al twee keer Koning van onze visclub op De Ster, met meer dan 150 leden en twee keer werd ik kampioen van Sint-Niklaas. Oud-burgemeester Freddy Willockx deelde ieder jaar een trofee uit aan de winnaars. Maar niet enkel de wedstrijden zijn gedenkwaardig. Ik ben ook tevreden als ik mezelf een prijs kan vissen.”
Waarom ben je trots lid van Team Sint-Niklaas?
“Ik vind het een heel mooi initiatief. Ik ben een trotse Sint-Niklazenaar en vind het leuk dat het nu mogelijk is om andere sportmensen te leren kennen.”